-
1 bang into
v. met een klap ergens tegenaan vliegen; ergens tegenaan slaan; ergens tegenaan botsen -
2 barge into/against something
barge into/against something -
3 barge
n. schuit,boot--------v. stommelenbarge1[ ba:dzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 schuit ⇒ praam, aak2 sloep————————barge2♦voorbeelden:barge in on someone • iemand lastig vallen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский